
Geef altijd enkelvoudige instructies bij opdrachten.
Toelichting
Splits meervoudige opdrachten op in deelopdrachten (a, b, c, …
) met aparte instructies.
Voorbeeld
NIET:
Noteer de waarnemingen, vergelijk ze met je buur, bespreek en formuleer je conclusies.
WEL:
a) Wat heb je kunnen waarnemen? Noteer hieronder je waarnemingen.
b) Heb je dezelfde waarnemingen als je buur? Noteer in de tabel de gelijkenissen en verschillen.
- Gelijkenissen
- Verschillen